Willemsfonds Lier bestaat 150 jaar en vierde dit met een feestweekend. Op zaterdag 18 november 2023 opende tot begin juni 2024 een expo in Stadsmuseum Lier waar ook Liberas enkele stukken in bruikleen bezorgde. Tijdens de feestzitting van zondag 19 november 2023 ging, op verzoek van voorzitter Ulrik Van den Plas, Liberas-directeur Peter Laroy dieper in op de verenigingshistoriek. Hieronder volgt een korte samenvatting.
Op 22 november 1873 verscheen in Het Volksbelang een bericht over de oprichting van de Lierse afdeling van het Willemsfonds: “Verleden zondag werd te Lier eene Afdeeling van het Willems-Fonds ingericht. De heer Pieter Geiregat die met den heer Vuylsteke, als afgevaardigde van het Algemeen Bestuur de vergadering bijwoonde, opende de zitting met eenige gepaste woorden waarin hij deed uitschijnen dat Lier de eerste stad van tweeden rang was waar eene Afdeeling dezer instelling tot stand kwam, en den wensch uitdrukte dat dit goed voorbeeld in andere plaatsen spoedig zou nagevolgd worden.”
Aanvankelijk was Domien Sleeckx (1818-1901) gevraagd om de afdeling uit te bouwen maar hij zag zich niet opboksen tegen een sfeer van verdachtmaking uit vooral katholieke hoek. Dat was net voor Anton Bergmann (1835-1874) de extra motivatie om actie te ondernemen. Bergmann was een geboren en getogen Lierenaar maar had in Gent school gelopen en gestudeerd. Daar had hij kennis gemaakt met onder andere Julius Vuylsteke die onder de leuze Klauwaerd en Geus het Willemsfonds definitief in de richting van Vlaams en vrijzinnig duwde.
Bergmann vestigde zich als advocaat in Lier, ging richting de 40 jaar en genoot enige bekendheid als historisch en literair auteur. In het jaar van de oprichting van Willemsfonds Lier publiceerde hij een geschiedenis van de stad Lier, kort daarop gevolgd door het literaire werk Ernest Staas. Anton Bergmann ondertekende mee de aanvraag die vanuit Lier naar Gent werd gestuurd om de oprichting van een plaatselijke afdeling aan te kondigen, net zoals zijn vader George Bergmann (1805-1893) dit overigens deed. George Bergmann was de kopman van de Lierse liberalen en had ook Jan Frans Willems nog persoonlijk goed gekend.
De financiële onafhankelijkheid als advocaat, de interesse en de inzet voor de Nederlandstalige literatuur, het respect dat hij en zijn familie genoten binnen de stad Lier, de verbondenheid met het liberalisme en de vriendschap met Gentse Willemsfondsers maakten Anton Bergmann tot de geknipte leider van Willemsfonds Lier. Hij werd de eerste voorzitter. Maar enkele weken na de oprichtingsvergadering, in januari 1874, overleed Anton Bergmann.
Eerst Lodewijk Delpire (1846-1927) en vervolgens Constant De Wulf (1851-1915) bouwden als voorzitters de afdeling uit in de jaren 1870-1890. Er ontstond een bloeiende bibliotheekwerking en er vonden voordrachten en bijeenkomsten plaats. Het aantal leden ging vlot richting 135 inschrijvers. Rond de eeuwwisseling doofde de kaars echter uit. De werking viel stiel. Pogingen om de liberale voorman Ernest Bergmann (1841-1925) als voorman aan te stellen hadden pas succes toen, op aangeven van Maurits Sabbe, enkele kopstukken van het Vlaamsgezind liberalisme tussenkwamen. Het aantal leden bleef tot aan de Eerste Wereldoorlog beperkt maar er vonden wel terug activiteiten plaats.
In 1924 vierde Willemsfonds Lier de vijftigste verjaardag. Een van de sprekers op de huldebijeenkomst was Arthur Vanderpoorten. Hij schetste de sfeer en de werking uit de beginjaren en had het over de moeilijke oorlogsjaren: “De verwoesting was over ons gekomen en over ons ganse bezit. En toen de groote storm voorbij was, telde het Willemsfonds van Lier geen boek, geen stoel, geen lid meer. Het was het groote Niets! Maar onweerstaanbaar als het leven zelf, waren in ons de hoop en het vertrouwen levendig gebleven. De geest van Willems heeft met zijden vleugelslag ook ons voorhoofd begenadigd, en met enkele vrienden hebben wij het puin geruimd en den nieuwen bouw weder opgericht. Vandaag kan ik u zeggen dat onze afdeling een boekerij bezit met 1.100 werken, 300 lezers en 4.000 uitleningen per jaar; dat onze voordrachten en kunstconcerten gebeurtenissen van belang zijn in onze stad, en dat de openbare besturen ons werk zedelijken en geldelijken steun verlenen.”
Dankzij de bezieling van Arthur Vanderpoorten beleefde Willemsfonds Lier een nieuwe bloeiperiode vanaf 1925 tot 1940. Het aantal leden steeg terug boven de honderd. Het jaarprogramma was gevarieerd en een keur aan sprekers kwam naar Lier afgezakt. Vanderpoorten overleefde het kamp van Bergen-Belsen niet. Begin 1946 probeerde een nieuw bestuur onder leiding van voorzitter Frans Ceulemans de werking terug op gang te krijgen.
Vooraan de jaren 1950 heeft men het in verslagen echter al over jaren van inzinking: geen vergaderingen en geen voordrachten. De bibliotheek bleef wel draaien en er was wel wat aanwezigheid op de algemene bijeenkomsten. Het bestuur gaf echter zelf aan dat het wilde ontsnappen uit ‘de lethargie’. De tweede helft jaren 1950 ging Willemsfonds Lier terug in slaapstand. Of zoals een bericht naar het Hoofdbestuur vermeldde: “Geen vergaderingen, geen voordrachten.”
Toch bleef het Willemsfonds Lier levensvatbaar. Nieuwe mensen (o.a. Herman Vanderpoorten) bliezen de vereniging terug leven in. Van 1960 tot 1980 draaide de vereniging goed en organiseerde tal van culturele activiteiten in de Pallieterstad. Er kwam nog wel eens een inzinking begin de jaren 1980 maar vanaf dan ging het in crescendo met de werking. In het jaar van het 150-jarige bestaan telt Willemsfonds Lier ruim 200 leden. Het is ongetwijfeld een van de meest actieve en bloeiende afdelingen van het Willemsfonds. De mooie jubileumzitting op 19 november 2023 heeft dit alvast bewezen.