Menu
60 jaar schoolvrede.
Collectie
maandag 19 november 2018

Zestig jaar geleden, op 20 november 1958, werd het schoolpact ondertekend. Daarmee werd de schoolkwestie, die langs de levensbeschouwelijke breuklijn in de samenleving liep, gepacificeerd. Liberaal Archief/Liberas bewaart heel wat beeldmateriaal, archief en documentatie over deze strijd.

Een lange voorgeschiedenis

In de nasleep van de Franse Revolutie trachtte de katholieke Kerk in de negentiende eeuw haar greep op de samenleving opnieuw te versterken. De liberale burgerij en later ook de socialistische arbeidersbeweging traden daartegen in verzet. Zij stelden de sociale en politieke rol van de katholieke Kerk in vraag en bestreden deze op tal van maatschappelijke terreinen. Het onderwijs groeide uit tot één van de hevigste strijdpunten tussen klerikalen en antiklerikalen. Op het einde van de negentiende eeuw kwam het conflict over het onderwijs tot een uitbarsting tijdens de zogenaamde eerste schoolstrijd. Dit resulteerde in de uitbouw van een katholiek onderwijsnet naast het officiële onderwijs en de subsidiëring door de staat van de katholieke lagere scholen. Tijdens het interbellum kwam er een nieuwe opflakkering van het debat, ditmaal over het middelbaar onderwijs. De uitbouw van het rijksonderwijs en subsidiëring van de katholieke middelbare scholen stonden centraal.

In 1937 werd tussen de partijen een overeenkomst gesloten waarbij het katholieke wetsvoorstel Marck, dat alle onderwijzerspensioenen over de netten heen gelijkschakelde, gecounterd werd door de wetsvoorstellen van de socialist Edgard Missiaen en de liberaal Arthur Vanderpoorten. Het wetsvoorstel Missiaen maakte de gemeentelijke plicht tot het inrichten van lager onderwijs afdwingbaar, terwijl de wet Vanderpoorten de exclusieve bevoegdheid over de gebouwen van het rijksmiddelbaar onderwijs aan de staat toewees. Door deze wetsvoorstellen konden gemeenten de uitbouw van het officieel onderwijs minder gemakkelijk belemmeren.

Polarisatie na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog probeerden katholieken en vrijzinnigen een schoolcompromis te handhaven. De explosieve groei van het middelbaar onderwijs versterkte echter de concurrentie tussen het katholieke en het officiële onderwijsnet. Door de wet Vanderpoorten kon een actieve bouwpolitiek gevoerd worden voor het officieel onderwijs. Socialistisch minister van Onderwijs Camille Huysmans financierde de expansieve scholenbouw met het fonds Vanderpoorten. De katholieke zuil voelde zich hierdoor in haar positie bedreigd en eiste ook voor haar middelbaar onderwijs subsidies. Op korte tijd escaleerden de schoolpolitieke spanningen en leidde dit tot de tweede schoolstrijd. De val van de regering over de koningskwestie leidde in 1950 tot nieuwe verkiezingen die de CVP een volstrekte meerderheid opleverden. De partij verliet het compromismodel en voerde eenzijdig de subsidiëring van het vrij middelbaar onderwijs in, verhoogde de toelagen van de andere katholieke scholen en beperkte de groeimogelijkheden van het officiële onderwijsnet. Dit beleid stuitte op verzet vanuit liberale en socialistische hoek. Na de parlementsverkiezingen van 1954 kwam de socialistisch-liberale regering Van Acker aan het bewind. Deze regering hernam het expansiebeleid in het rijksonderwijs, verlaagde de subsidiëring voor de vrije scholen en koppelde dit aan strengere voorwaarden. De katholieke zuil liet dit niet over zich heen gaan en mobiliseerde haar achterban. Het ontslag uit het rijksonderwijs van 110 interimarissen met een diploma van het confessioneel onderwijs leidde in 1954 tot een heftige uitbarsting die tot de zomer van 1955 bleef duren. Met de kaderwet van minister van Openbaar Onderwijs Leo Collard laaide het protest verder op. Met agressieve propagandabeelden, petities en met nationale betogingen ging de katholieke zuil de confrontatie aan.

De weg naar een duurzame oplossing

Eens de wet Collard gestemd was, viel de katholieke mobilisatie stil. Geleidelijk groeide er een meer open klimaat waarbinnen compromissen mogelijk werden. De problemen die de democratisering van het onderwijs met zich meebracht, werden erkend door alle partijen. Politici van verschillende ideologische strekkingen ijverden dan ook voor een depolitisering van de schoolkwestie. Voor de minderheidsregering Eyskens die in 1958 aan de macht kwam, was een compromis over het onderwijs van groot belang voor haar voortbestaan. Hoewel de Liberale Partij de regering weigerde te steunen, stemden de volksvertegenwoordigers Hilaire Lahaye en Adolphe Van Glabbeke toch voor. Er kwam een toenadering tussen de liberale fractie en de CVP-regering. Ondanks de weigerachtige houding van de BSP konden de drie partijen vrij snel tot een vergelijk komen over een schoolcommissie die de hele schoolproblematiek zou onderzoeken. Voor de Liberale Partij zetelden Maurice Destenay, Roger Motz, Omer Vanaudenhove en Charles Janssens (later vervangen door Charles Moureaux). Na moeilijke onderhandelingen slaagde de commissie er in een compromis te ondertekenen dat door de partijen goedgekeurd werd.

Op 20 november 1958 werd het schoolpact ondertekend. Dit schoolpact vormde de basis van de wet van 29 mei 1959, waarin de democratisering van het onderwijs en de vrije schoolkeuze centraal stonden. De rol van alle onderwijsnetten werd erkend; om het onderwijs tot achttien jaar kosteloos te organiseren, ontving het vrij onderwijs ruime subsidies; de keuze voor godsdienstonderricht of zedenleer werd veralgemeend in het officieel onderwijs; de diplomavereisten van het onderwijzend personeel werden voor de netten gelijkgesteld en ouders moesten binnen een redelijke afstand kunnen beschikken over een school naar hun keuze. Met het schoolpact werd het levensbeschouwelijke conflict over onderwijs gepacificeerd. Toch zijn er ook nu nog debatten over de plaats en invulling van levensbeschouwelijk onderricht binnen het onderwijs.

Klik hier voor de inventaris van het archief van het AVBO (Algemeen Verbond ter Bevordering van het Officieel Neutraal Onderwijs tak West-Vlaanderen).

Literatuur:
Jeffrey Tyssens, Om de schone ziel van ’t kind… Het onderwijsconflict als een breuklijn in de Belgische politiek (Gent: Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Bijdragen Museum van de Vlaamse Sociale Strijd, nr. 15, 1998).
Els Witte, Jan De Groof en Jeffrey Tyssens (red.), Het schoolpact van 1958. Ontstaan, grondlijnen en toepassing van een Belgisch compromis (Brussel: VUB Press, 1999).

 

60 jaar schoolvrede.