De geschiedenis van het verzet is geen gemakkelijk verhaal om te reconstrueren. In veel gevallen hebben de betrokken verzetslieden zich na de oorlog in stilzwijgen gehuld. Familieleden moeten gissen naar wat hun dierbaren hebben meegemaakt. Door kleine fragmenten en sporadische anekdotes ontrafelt zich soms het grotere verhaal. Veel familieleden gaan ook actief op zoek naar informatie en duiken in de historische archieven. Het CegeSoma is een eerste logische plek om het onderzoek aan te vatten. Het centrum reikt met publicaties als Was Opa een held? Speuren naar mannen en vrouwen in het verzet, familiekundigen enkele handvaten aan om onderzoek te doen naar hun voorouders. Doordat veel verzetslieden zich situeerden binnen de liberale beweging, kan ook Liberas een interessante plek zijn voor mensen die op zoek gaan naar familie die actief was in het verzet. Liberas bewaart archieven van enkele opmerkelijke figuren binnen de verzetsbeweging zoals Marie-Louise Lottin (1905-2005), Raoul Vreven (1900-1979), Karel Poma (1920-2014), Henri Story (1897-1944), Albert Maertens (1915-2015) en Frans Grootjans (1922-1999). Deze archieven bieden een relevant perspectief op het liberale netwerk binnen de verzetsbeweging.
Zo ook voor de familie van Marguerite De Reuse (1917-1995), die bij Liberas op onderzoek gaat om het boeiende en moedige verhaal van Marguerite te reconstrueren. Samen met een medewerker van Liberas nam de familie in 2023 deel aan een studiedag over het verzet in het Felixarchief. Marguerite groeit op in een familie die met twee voeten in het Gentse liberale milieu staat. Zo is haar moeder betrokken bij de stichting van de Liberale Vrouwenvereniging in Gentbrugge en is haar vader lid van de Liberale Wijkclub der Plezante Vest. Marguerite, die een diploma ‘Correspondance Commerciale Française’ heeft behaald, wordt in 1938 door de industrieel Henri Story aangeworven als secretaresse. Story is de coming man van de Liberale Partij en is beheerder van Brufina, de fusieholding van de Bank van Brussel. Het is door deze aanstelling dat ze bij het uitbreken van de oorlog in het verzet rolt.
Marguerite wordt op 1 augustus 1940 lid van de Services de Renseignements et d’Action (SRA). Ze maakt deel uit van de organisatie Zero. Deze verzetsgroepering wordt kort na het uitbreken van de oorlog opgericht door enkele kaderleden van de Bank van Brussel. Het is vooral een inlichtingendienst, die de geallieerden informatie over de toestand in België bezorgt. Daarnaast heeft Zero enkele vluchtlijnen voor eigen leden en neergeschoten piloten. Henri Story is verantwoordelijk voor de plaatselijke afdeling van Zero in Gent en heeft een belangrijke rol als verbindingspersoon met Londen. Marguerite vervult, als secretaresse van Story, een koeriersfunctie binnen Gent en helpt bij het uittypen van inlichtingenrapporten en orders. Ze bezorgt bijvoorbeeld maandelijkse geldsommen aan secretarissen van de clandestiene vakbondsnetwerken, verzameld door onder anderen leden van de Gentse industriële elite. Die financiële steun wordt gebruikt om onderduikers te ondersteunen. Vanaf 1943 zet ze deze activiteiten voort binnen Socrates. Deze organisatie wordt opgericht om hulp te verlenen aan werkweigeraars.
Het onderzoek van haar familie toont de veelvuldige verzetsactiviteiten aan die Marguerite samen met haar man Willy Wybauw onderneemt. Zo delen ze tijdens de oorlog verschillende sluikkranten uit. Zij fungeert ook als contactpersoon tussen Story en Albert Maertens, die het sluikblad De Kleine Belg (later De Vrije Belg) uitgeeft en na de oorlog als directeur van Het Laatste Nieuws een van de kopstukken van het liberalisme in Vlaanderen wordt. Haar toewijding wordt na de oorlog door Maertens erkend.
Het verzetsverleden van Marguerite is treffend voor de (onderschatte) rol van vrouwen in het verzet. Het is een onderschatting die ook leeft bij de bezetter. Marguerite wordt bijvoorbeeld ook ingeschakeld om wapens te smokkelen onder de ogen van de Duitsers. Een familielid van Marguerite vertelt daarover de volgende anekdote: tijdens een tramrit draagt ze wapens onder haar regenmantel. Wanneer ze oog in oog staat met een controlepost van de Gestapo roept ze luid ‘Heil Hitler’, en maakt zich uit de voeten. Het verzetsverhaal van Marguerite schetst de heldhaftige en discrete rol die vrouwen hebben gespeeld in de vaderlandse strijd.
Na de oorlog opent Marguerite, samen met haar man Willy, het restaurant ‘La Rôtisserie Gantoise’ vlakbij de Groenplaats in Antwerpen. Het wordt een ontmoetingsplek voor Antwerpse liberalen. Zo is Frans Grootjans er een graag geziene gast – de kantoren van De Nieuwe Gazet liggen vlakbij. Naast de liberale contacten blijft Marguerite ook banden houden met het bredere verzetsnetwerk. Haar persoonlijk archief geeft een interessante kijk op de onderlinge solidariteit en de werking van het verzet na de oorlog. Zo gaan via de sociale dienst van het Geheim Leger en het Aide aux Enfants du Pays (AEP) twee kinderen van Marguerite op reis naar Zwitserland. Daarnaast komt uit haar briefwisseling ook de moeilijke strijd naar officiële erkenning van de verzetsactiviteiten aan de oppervlakte. Na het overlijden van haar man wordt Marguerite door Maertens aangenomen bij Het Laatste Nieuws.
De familie van Marguerite is erin geslaagd om haar verzetsactiviteiten zeer goed te documenteren. Het levensverhaal van Marguerite – vertolkt door de liefdevolle en fiere herinnering van haar familie – belicht de geschiedenis van gewone mensen, die uitzonderlijke dingen deden in buitengewone tijden.
Liberas en de geschiedenis van het verzet Liberas is partner in het erfgoedproject ‘Sporen van het Verzet’ (2023-2024) dat op een participatieve en innovatieve manier zoveel mogelijk originele afscheidsbrieven van de 1.500 geëxecuteerde Belgische verzetsmensen wil opsporen, digitaliseren, archiveren, transcriberen, analyseren en (digitaal) ontsluiten. Dit is een initiatief van Helden van het Verzet vzw in samenwerking met diverse partners (VUB, UGent, Liberas, AMSAB-ISG, ADVN). |