Menu
Geschiedenis op de voorste rij: brieven tussen De Jaegher en de Vrière
Collectie
dinsdag 4 maart 2025
Geschreven door: Florian Van de Walle

In 2021 verwierf Liberas het archief Edouard De Jaegher, de eerste liberale provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. Toen al merkten de medewerkers op dat het niet vaak voorvalt dat negentiende-eeuwse archieven nog binnenkomen, laat staan van dergelijke omvang en belang voor de geschiedschrijving. Er duiken soms onverwachte verhalen op in het archief zoals het behangpapier van Napoleons living op Sint-Helena, maar ook het brede publiek wist het archief te appreciëren. Het archief won dan ook de jaarlijkse wedstrijd mooiste aanwinst (editie 2021). Toen begin 2025 iemand bijkomend archiefmateriaal over De Jaegher kwam aanbieden werd dit dan ook met enthousiasme in ontvangst genomen. Het bijkomende pakketje briefwisseling werd direct ontsloten, gedigitaliseerd en via de tool Tranksribus automatisch getranscribeerd.

Negentiende-eeuwse avonturiers

De briefwisseling vond plaats tussen Adolphe De Vrière (1806-1885, ontvanger en dus archiefvormer) en zijn familielid (vermoedelijk neef) Edouard De Jaegher (1806-1883, briefschrijver). Hun carrières vertonen opmerkelijke parallellen. Beiden begonnen hun loopbaan als arrondissementssecretaris na de Belgische Revolutie, beiden waren op een bepaald moment volksvertegenwoordiger, hadden een indrukwekkende diplomatieke carrière achter de rug en bekleedden de functie van provinciegouverneur. Adolphe was tussen 1857 en 1861 bovendien minister van Buitenlandse Zaken in de regering-Rogier III en kreeg een straat naar zich vernoemd in Antwerpen, wat hem wellicht iets bekender maakt dan Edouard.

Hun carrières overspanden zowel de Belgische Revolutie als het midden van de negentiende eeuw, de bloeiperiode van de Belgische industrie. De Vrière profiteerde hiervan als bestuurder in spoorwegbedrijven. Daarnaast reisden ze voor hun diplomatieke functies de halve wereld rond. Vooral De Jaegher was een echte globetrotter, met bestemmingen variërend van Indonesië tot Brazilië. Zelfs voor welgestelde negentiende-eeuwse mannen was zo’n reis niet zonder gevaren.

Adolphe de Vrière rond 1860. Royal Collection Trust ©, RCIN 2913928.

De brieven als deurspion voor de geschiedenis

Het volledige pakket brieven dat Liberas in 2025 ontving, telt 93 brieven. De oudste dateert van 9 maart 1827, de jongste van 30 december 1845. Deze periode beslaat grotendeels de diplomatieke en parlementaire loopbaan van De Jaegher, net voordat hij in 1848 provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen werd. Zoals vermeld, was De Jaegher de briefschrijver, waardoor de correspondentie voornamelijk zijn perspectief weergeeft. In het in 2021 geschonken archief van De Jaegher bevinden zich overigens enkele brieven van De Vrière.

De brieven zijn meer dan korte berichten zoals we die nu via WhatsApp sturen. Het zijn uitgebreide epistels in de ware zin van het woord. Dat was noodzakelijk: veel brieven zijn geschreven vanuit verre buitenlanden, en de mogelijkheden om post te versturen waren beperkt. Bovendien was verzending over zee een kostbare aangelegenheid.

Ondanks de kosten en de soms moeilijke omstandigheden slaagden de twee mannen erin hun correspondentie te onderhouden. Gezien de diversiteit van hun carrières is het onmogelijk om op elke brief diep in te gaan, maar enkele opvallende observaties springen eruit.

De brieven uit de periode 1827-1829 dateren uit De Jaeghers tijd als zaakgelastigde in Nederlands-Indië (het huidige Indonesië), waar hij in dienst was van de Nederlandse Kroon (waarvan België destijds nog deel uitmaakte). De brieven bevatten uitvoerige verslagen van zijn ervaringen. Nederlands-Indië ging toen door een turbulente periode: de Nederlanders waren verwikkeld in een oorlog (1825-1830) tegen de Vorstenlanden, geleid door Diponegoro.

In 1830 was De Jaegher terug in België, precies op tijd om opnieuw een oorlog mee te maken, deze keer tegen de Nederlanders in de strijd voor Belgische onafhankelijkheid. Een bijzonder opmerkelijke brief, gedateerd op 2 september 1830 en geschreven in Brussel, getuigt hiervan. September was een cruciale maand voor de revolutie: Nederlandse troepen stonden in Vilvoorde klaar om Brussel terug onder controle te krijgen. Dat er een brief uit deze periode bewaard is gebleven, is uitzonderlijk, zeker gezien de correspondentie plaatsvond tussen twee mannen die een niet onbelangrijke rol zouden spelen in de opbouw van het onafhankelijke België.

Ook de latere briefwisseling in de jaren 1830 en 1840 is zeer interessant. Begin jaren 1830 merkt men dat De Jaegher nog volop aan zijn carrière aan het bouwen is. Dat begint in Eeklo als arrondissementscommissaris, en eindigt (voor de briefwisseling) in Stockholm als diplomaat. Daartussen zien we echter ook Oudenaarde, Brussel, en Rio de Janeiro op het datumregeltje verschijnen. Met andere woorden een carrière in stijgende lijn.

Zelf op onderzoek

De volledige briefwisseling is intussen ontsloten in het archief van briefontvanger Adolphe de Vrière. De brieven zijn daarnaast volledige gedigitaliseerd en getranscribeerd met Transkribus. Bij Liberas loopt ook een thesisvoorstel om met het archief van Edouard De Jaegher onderzoek te doen naar zijn buitenlandse carrière. Dankzij de bijkomende brieven gericht aan de Vrière, is er nu nog meer bronnenmateriaal voorhanden. Studenten die aan dit onderzoek willen beginnen kunnen contact opnemen met christoph.despiegeleer@Liberas.eu.