Menu
Het oorlogsdagboek van Julius Hoste
Collectie
dinsdag 28 februari 2023
Geschreven door: Sébastien Baudart

Van december 1941 tot mei 1944 hield Julius Hoste jr., directeur van Het Laatste Nieuws en liberaal politicus, vanuit Londen een oorlogsdagboek bij. Sinds kort is het volledige originele dagboek digitaal beschikbaar op liberas.eu

‘Gisteren avond werd hier telefonisch gevraagd wat wij wisten over het huwelijk van den Koning met mejuffrouw Baels. Het bericht was van een Duitsche radio-uitzending gekomen en in de Vereenigde Staten opgevangen.’ Met deze woorden begon Julius Hoste jr. (1884-1954) op 2 december 1941 aan wat zijn oorlogsdagboek zou worden. Uiteindelijk schreef hij tot 4 mei 1944 honderdnegentien A5-velletjes lijntjespapier vol, verzameld in een in Engeland aangekochte ringmap. Na afloop van de oorlog bewaarde Hoste de map in de kantoren van Het Laatste Nieuws in Brussel. Zijn opvolger Albert Maertens schonk het dagboek tientallen jaren later aan het Liberaal Archief.

De ringmap met het dagboek van Julius Hoste.

Toen hij bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de uitgave van Het Laatste Nieuws opschortte en naar Londen vluchtte, had Julius Hoste jr. al een hele carrière achter zich. Na zijn rechtenstudies en een kort verblijf aan de balie ging hij voor het krantenbedrijf van zijn vader, Julius Hoste sr., werken. Hoste jr. werd er in 1908 hoofdredacteur van De Vlaamsche Gazet en na afloop van de Eerste Wereldoorlog nam hij de leiding van het bedrijf. Hij bouwde Het Laatste Nieuws, door zijn vader in 1888 opgericht, uit tot een commercieel succes.

Naast zijn eigen persbedrijf werd hij in 1935-1936 voorzitter van de Algemene Belgische Persbond, nadat hij al enkele jaren voorzitter van de Brusselse afdeling was. Ondertussen had ook de politiek hem aangetrokken via de door hem mee opgerichte Liberale Volksbond van het arrondissement Brussel. Hij werd ook ondervoorzitter van het Liberaal Vlaams Verbond (LVV). Toch bleef hij lang de politiek geëngageerde journalist, die liever niet op een lijst ging staan. Pas in juni 1936 (en tot mei 1938) werd hij – zonder als parlementslid verkozen te zijn – minister van Openbaar Onderwijs in de regeringen van Paul van Zeeland en Paul-Emile Janson.

Het is dus een Julius Hoste met heel wat contacten en ervaring in de perswereld en de politiek die in Londen terechtkwam, samen met heel wat andere Belgen die op de vlucht waren voor de Duitse bezetting. Ook de Belgische regering-Pierlot had haar intrek genomen in de Britse hoofdstad. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Hoste al snel meedraaide in de in Londen geïnstalleerde Belgische microkosmos. Hij bewoog zich in regeringskringen en werkte vanaf eind 1940 aan het officieuze regeringsweekblad Onafhankelijk België, waarvan hij samen met journalist Marcel Stijns (de hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws bij het uitbreken van de oorlog) de leiding had. Ondertussen verscheen in België Het Laatste Nieuws, zonder Hoste maar met vooroorlogse medewerkers, onder Duitse censuur.

Vanaf september 1940 kwam hij ook tussen op Radio België en vanaf begin 1941 werd hij ondervoorzitter van de CEPAG, de Commissie voor de studie van de Naoorlogse Vraagstukken. Van juni 1941 tot mei 1942 nam hij deel aan de vergaderingen van het Belgisch Parlementair Bureau. In februari 1942 vervoegde hij de regering-Pierlot als onderstaatssecretaris van Openbaar Onderwijs. Samen met de andere geallieerde ministers van Onderwijs nam Hoste ook deel aan de Conferentie van Londen, die de basis legde voor de latere oprichting van de UNESCO. Hij vergaderde ook regelmatig informeel met andere in Londen aanwezige Belgische liberalen.

Stof genoeg om over te schrijven dus. In zijn dagboeknotities vertelt Hoste over zijn ontmoetingen met binnenlandse en buitenlandse politici, de positie van Leopold III, de situatie in bezet gebied, de tentoonstellingen die hij bezoekt, de lezingen die hij bijwoont, zijn familiale situatie, de internationale evolutie van de oorlog, het verschijnen van Het Laatste Nieuws in zijn afwezigheid enzovoort. Hij formuleert daar gedachten bij, geeft soms wat commentaar en uit zijn bedenkingen over de gang van zaken binnen de Belgische regering in ballingschap. Ook de voorbereiding van de naoorlogse situatie houdt hem bezig, zowel op politiek vlak als voor de organisatie van de pers, met kwesties als censuur en papierbevoorrading. De lengte van zijn dagboekaantekeningen varieert sterk. Hij begint met lange teksten, die ook in de loop van 1943 opnieuw opduiken, maar meestal gaat het slechts om één of enkele snel neergepende zinnen.

De transcriptie van het oorlogsdagboek van Hoste werd in 2005 onder de titel Zwerver in niemandsland. Julius Hoste en zijn Londens oorlogsdagboek uitgegeven door Academia Press en het Liberaal Archief, ingeleid en van commentaar voorzien door Harry Van Velthoven. Sinds kort is ook het volledige originele dagboek digitaal beschikbaar op liberas.eu.

Bronnen

Liberas, Archief Julius Hoste jr. (archief nr. 161), nr. 1: Oorlogsdagboek.

Harry Van Velthoven, Zwerver in niemandsland. Julius Hoste en zijn Londens oorlogsdagboek (Gent: Academia Press/Liberaal Archief, 2005).

Ronny Verschueren, ‘Hoste, Julius Peter‘, in: Nationaal Biografisch Woordenboek 7 (Brussel: Paleis der Academiën, 1977) 390-397.

Sébastien Baudart, ‘Julius Hoste en de vliegtuigenfabriek’, in: Liberas Stories, geraadpleegd 4.5.2022.