Menu
Nieuw onderzoek naar Charles Potvin
Onderzoek
dinsdag 12 november 2024
Geschreven door: Christoph De Spiegeleer

Afgelopen zomer verschenen vanuit de onderzoeksgroep van Liberas twee academische bijdragen waarin de in Bergen geboren maar vooral in Brussel actieve progressist Charles Potvin (1818-1902) opduikt als protagonist. De twee artikels diepen aspecten uit die slechts zijdelings aan bod komen in de in 2011 door Liberas gepubliceerde intellectuele biografie van Potvin: zijn affiniteit met de Risorgimento en zijn heterodoxe godsbegrip.

Charles Potvin (1818-1902).

‘Charles Potvin et le Risorgimento: une histoire transnationale’, opgenomen als bijdrage in de studiebundel Voyages et voyageurs en Italie au XIXe siècle (Peter Lang), zoomt in op het antiklerikaal geïnspireerde engagement voor de eenmaking van Italië tijdens de 19de eeuw. Potvin was een groot bewonderaar van Garibaldi en de Romeinse Republiek die in 1849 voor even komaf maakte met het kerkelijk bewind in Rome. Potvin stond in contact met de Italiaanse revolutionair en intellectueel Giuseppe Mazzini. Hij werd in de nasleep van de staatsgreep van Louis Napoleon in Frankrijk, in 1851, als directeur van het republikeinse blad La Nation willens nillens een spilfiguur in een internationale in de pers uitgevochten polemiek tussen Mazzini en Franse socialisten, waarover ook Karl Marx zich uitsprak. Teleurstelling en verbittering over het mislukken van de idealen van het revolutiejaar 1848 maakten zich meester van Europese republikeinen en progressieven. De niet gelay-oute versie van de tekst kan in open access-vorm geraadpleegd worden.

Standbeeld Pierre-Théodore Verhaegen voor het Granvellepaleis, en op de huidige locatie.

Potvin stond in katholieke kringen gekend als één van de meest virulente antiklerikalen van zijn generatie, maar hij hoedde zich ervoor om zichzelf als atheïst ­ ­– toen nog steeds een term met diepgewortelde negatieve connotaties – te benoemen. Hij verwerkte zijn ideaal van vrij onderzoek, zijn afkeer van de ‘dogma’s, tirannen en profeten’ van geopenbaarde religies en een in vage termen geformuleerd godsbegrip in een cantate ter ere van de Université Libre de Bruxelles. Deze cantate werd in 1865, tot afgrijzen van de katholieke pers, uitgevoerd bij de inhuldiging van een standbeeld van ULB-oprichter Pierre-Théodore Verhaegen voor het inmiddels verdwenen Granvellepaleis in het historische centrum van Brussel, waar de universiteit toen nog was gevestigd. Dit standbeeld valt vandaag op de Solbosch-campus van de universiteit te bewonderen. De karakteristieken van Potvins en Verhaegens ongeloof komen uitgebreid aan bod in het artikel ‘De morele dimensies van het ongeloof bij Brusselse vrijdenkers (1854-1870)’ dat onlangs in open access-vorm verscheen in het nieuwe nummer van het tijdschrift Trajecta (Amsterdam University Press).

Tot slot bevat de vernieuwde Encyclopedie van de Vlaamse beweging sinds kort ook een uitgebreid en geactualiseerd lemma over Charles Potvin die als Franstalige intellectueel een vaandeldrager was van een democratisch en antiklerikaal flamingantisme.