Menu
Thorbeckes erfenis
Activiteit
dinsdag 18 oktober 2022
Geschreven door: Peter Laroy

In 2022 is het 150 jaar geleden dat de Nederlandse liberale politicus en staatsman Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872) overleed. Biograaf en hoogleraar geschiedenis Remieg Aerts greep deze gelegenheid aan om een studiedag te organiseren om te bekijken in welke mate het denken en de realisaties van 19de-eeuwer Thorbecke tot op vandaag blijven inwerken. Onder de titel Johan Rudolf Thorbecke 1872-2022. Erfenis en actualiteit verzamelden historici maar ook juristen, filosofen, politici, publicisten… in het indrukwekkende kader van het Amsterdamse Trippenhuis van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) (14 oktober 2022). Liberas ging met veel interesse luisteren. In 2017 publiceerde de archieforganisatie een tekst die Paul Fredericq in het begin van de 20ste eeuw schreef in De Vlaamse Gids over Thorbecke. Fredericq voelde zich met deze figuur verwant aangezien de Nederlandse staatsman tussen 1825 en 1830 doceerde aan de Gentse universiteit.

Die periode vormde op de studiedag zowat het vertrekpunt met een lezing van Remieg Aerts. Hij belichtte Thorbecke als historicus en verwees ook naar de historische vakken die hij gaf in Gent. Aerts wees op de verwantschap van diens ideeën met de Duitse historicus Leopold von Ranke, op Thorbeckes ideeën over ‘vaderlandse geschiedschrijving’ en op zijn voorliefde voor ‘pragmatische geschiedschrijving’, met het verleden als inspiratiebron zonder dat het een maatstaf is voor goed of slecht. Aerts viel voor deze inzichten terug op wat hij schreef in zijn indrukwekkende biografie Thorbecke wil het. Biografie van een staatsman (2018) (zie ook deze bespreking). Alle sprekers verwezen overigens in hun tekst naar Aerts’ hoogstaande levensbeschrijving van de Nederlandse staatsman, wat wijst op het belang van het boek.

In het verdere verloop van de dag gingen sprekers dieper in op de diverse terreinen waarop Johan Rudolf Thorbecke actief was. De man was betekenisvol voor ontwikkelingen in het staatsrecht en het bestuursrecht, speelde een belangrijke rol in de aanpassingen van de Nederlandse grondwet en had een duidelijke visie op de rol van het politieke bestel en al zeker op die van het parlement. Een beklijvend verhaal werd gebracht door Annelien De Dijn. De uit België afkomstige hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en auteur van het boek Freedom. An Unruly History (Vrijheid. Een woelige geschiedenis) schetste Thorbeckes liberalisme in internationaal perspectief.

Zij wees op de invloeden die hij onderging van voornamelijk het Franse liberalisme uit de vroege 19de eeuw. Figuren als Benjamin Constant (1767-1830) en François Guizot (1787-1874) vormden een duidelijke inspiratiebron. Thorbecke koos voor de nachtwakerstaat, niet uit een economische motivatie maar wel als politiek ideaal. Hij zag veel goeds in een systeem van checks-and-balances naar Brits model, al besefte hij dat er ook veel gelegen was aan de eigenheid van dat specifieke politieke systeem (Hogerhuis en Lagerhuis). Thorbeckes liberalisme kenmerkte zich tot slot ook door wat De Dijn noemde ‘de aristocratie van het verstand’. Het vorstelijke absolutisme mocht dan wel aan belang hebben ingeboet, het was evenzeer te vermijden dat er een jakobinisme kwam, met een tirannie van de meerderheid. Geheel in de lijn van de liberalen van zijn tijd bepleitte Thorbecke een stemrecht enkel voor ‘zij die er toe doen’. Hij was mede daarom overtuigd voorstander van het cijnskiesrecht. Wie de ideologische denkbeelden van Thorbecke met een hedendaagse liberale bril bekijkt en wie het heeft over Thorbecke als grondlegger van de huidige parlementaire democratie dient zich van dat alles goed bewust zijn, was de duidelijke boodschap van een geïnspireerd betoog. Later die dag ging ook historicus Henk te Velde even in op hoe politiek en bestuur in de tijd van Thorbecke functioneerden en hoe hij daar tegenover stond (met name over het voeren van debat in de politieke arena).

Uit de vele interessante bijdragen onthouden wij vooral nog de tussenkomst van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema, de eerder pessimistische kijk op de toestand van politiek en rechtsstaat in een lezing van vice-president Raad van State Thom de Graaf, de nuancering van Thorbeckes vaak misbruikte uitspraak ‘Kunst is geene regeringszaak’ door Jan Jaap Knol (directeur Boekmanstichting) en bedenkingen bij het principe van burgerparticipatie en uitholling van het gekozen mandaat (Annemarie Kok). Boeiend was eveneens het verhaal van Wim Voermans over Thorbecke en de herziening van de grondwet (1848). Voermans stelde dat Thorbecke beschikte over een intuïtief goed gevoel voor timing. Ongetwijfeld heeft deze eigenschap Thorbecke tot de staatsman gemaakt wiens denkbeelden tot op heden inwerken op diverse terreinen van de politiek en het maatschappelijke en juridische bestel in Nederland.