Menu
Van onze vaste correspondente uit Nitterveld
Collectie
maandag 5 augustus 2024
Geschreven door: Bart D’hondt

“Mademoiselle Cecilia Ameye, porteuse de la présente carte passe-partout, est agrée comme correspondente ../.. Prière de lui faire partout l’accueil bienveillant réservé à la presse.”

Dochter Cecilia Ameye (1879-1953) is een bezige bij. Zo bevindt zich in het rijke familiearchief onder meer materiaal over haar carrière als correspondente voor enkele kranten, weekbladen en literaire tijdschriften, waarin Cecilia zowel eigen gedichten en kortverhalen als bijdragen en recensies over het cultuurleven publiceert. Twee perskaarten springen in het oog. Vrouwelijke journalisten zijn begin 20ste eeuw immers nog echte witte raven, maar Cecilia slaagt er in om de felbegeerde pas bij twee uitgevers los te peuteren.

Correspondente-kaart bij de Brugsche Beiaard.

Eerste in de rij is de Brugsche Beiaard/Le Carillon de Bruges. Een mooie ‘correspondente-kaart’, uitgereikt op ondertekend door drukker-eigenaar Francis Cabuy-Kempeneers en ‘voor echt’ verklaard’ door de waarnemende burgemeester van Maldegem, waar de krant werd gedrukt. De perskaart verwijst heel specifiek naar een bijdrage die Cecilia zal schrijven over Madeira en meer algemeen naar reisverslagen die ze op een latere datum eventueel zou schrijven. En hoewel de Brugsche Beiaard een rigoureus Vlaamsgezinde liberale politiek voert, is de perskaart in het Frans geschreven, ongetwijfeld omdat Cecilia op haar internationale reizen best gebaat is bij een introductie in de lingua franca van die tijd. De persoon achter deze introductie is echter zonder enige twijfel niet Cabuy, maar Julius Sabbe (1846-1910), hoofdredacteur van de Beiaard en intieme vriend van de familie Ameye. Deze Brugse flamingant voert een uitgebreide correspondentie met moeder Leontine en dochter Cecilia en stimuleert Cecilia in haar literaire aspiraties en brengt haar een onvoorwaardelijke verering van de componist Peter Benoit bij. Dit aspect van Cecilia’s leven komt in andere onderdelen van het archief ruim aan bod. 

De tweede perskaart heeft zijn wortels eveneens in haar directe vriendenkring. De Brusselse uitgever en liberale politicus Julius Hoste jr. (1884-1954) bevestigt op de ommezijde van zijn persoonlijk visitekaartje dat Cecilia correspondente is voor Het Laatste Nieuws en De Vlaamsche Gazet. In zekere zin volgt hij Sabbe op als mentor van Cecilia en uit de bewaarde briefwisseling kan worden afgeleid dat de klemtoon in de loop der jaren is verschoven naar een meer pragmatische benadering. Hoste moet immers op dagelijkse basis een krant vullen, wat een heel andere insteek veronderstelt dan die van de weekbladen en tijdschriften waarvoor Cecilia tot dan vooral schreef. De brieven van Hoste vallen netjes in twee stapeltjes uit elkaar. Opnieuw focust een aantal brieven op de dichte vriendschap tussen, in dit geval en in tegenstelling tot de brieven van Sabbe, beide koppels, een ander deel is eerder professioneel en loopt door tot een jaar voor Cecilia’s overlijden. Uit die brieven blijkt dat Cecilia het best moeilijk heeft met die overgang. Zo brengt Hoste in de jaren 1930 voorzichtig aan dat haar bijdragen te lang zijn en dat door haar nadrukkelijk gevraagde afbeeldingen bij bijvoorbeeld haar kinderverhalen te duur zijn om in te voegen. Om die redenen suggereert hij om een plaatsing in zijn weekblad De Zweep te overwegen, maar ook daarover durft hij geen uitsluitsel te geven. Creativiteit en harde economische realiteit bewijzen hier opnieuw niet steeds geschikte bedpartners te zijn.

Brief van Julius Hoste (sr. of jr.?) aan Cecilia Ameye (2 februari 1903) met een vraag of ze zich wil engageren als losse correspondent voor de Vlaamsche Gazet.

De laatste brief in dit dossier dateert van 26 september 1952, is ondertekend door Jan Walravens, redactieverantwoordelijke bij zowel Het Laatste Nieuws als de Vlaamse Gids, en bevestigt de ontvangst van haar bijdrage over de kunsthistoricus Van West.

[Een jaar later, op 22 december 1953, overlijdt Cecilia in haar woning in Louise-Marie, 74 jaar oud, na een rijkgevuld leven.]

Deze tekst maakt deel uit van een reeks teksten die in de zomer van 2024 verschijnt op de website van Liberas. Centraal staat het interessante archief van de familie Ameye, dat in het voorjaar van 2024 is geïnventariseerd en voor de nodige inspiratie zorgt.