Menu
“Le Panthéon belge de poche”
Collectie
donderdag 30 januari 2020
Geschreven door: Marc Haegeman

De beeldcollectie van Liberas bewaart een interessante bundel humoristische tekeningen van de hand van Henry Lemaire, gepubliceerd te Brussel in 1909. In “Ceux d’ici” passeren 26 prominente Belgen de revue, het merendeel de toenmalige nieuwsmakers van het Brusselse politieke toneel: ministers, parlementairen, advocaten – “l’Album des Dieux en bourgeois (…) de notre Olympe bruxellois. (…) Maîtres du Verbe et rois du Geste”, zoals Théo Hannon het poëtischer uitdrukte in zijn inleiding tot de bundel. Ook koning Leopold II komt aan bod. De stokoude vorst schuifelt behoedzaam voort, arm in arm met een in 1830-kazak en tricolore uitgedoste ancien. Een beladen hoofdstuk Belgische geschiedenis dat weldra zou worden afgesloten. Opmerkelijk is dat één enkele prent is gewijd aan de broers Isaÿe, sterviolist Eugène en pianist/componist Théo.

De tekeningen zijn in zwart-wit en de stijl van Lemaire houdt het midden tussen natuurgetrouw portret en lichte karikatuur. De politici worden doorgaans in actie getoond, tijdens toespraken of debatten in het parlement. De Brusselse burgemeester Emile De Mot wordt daarentegen met een pint bier op een banket geportretteerd.

Paul Hymans, tekening uit het album “Ceux d’Ici” van Henry Lemaire, 1909, https://hdl.handle.net/21.12117/16600922

Een aantal tekeningen in “Ceux d’Ici” werd gemaakt tijdens de verhitte debatten voor de militiewet van 1909. In de decennia voor de Eerste Wereldoorlog kwam de nationale defensie steeds meer op het voorplan in de Belgische politiek. In een tijd van katholieke regeringen, was het vooral de liberale oppositie die ijverde voor een sterker België, waarbij de invoering van de persoonlijke dienstplicht ter vervanging van het gehate lotelingensysteem essentieel werd geacht. De katholieken waren hierover echter grondig verdeeld. De wet op de beperkte persoonlijke dienstplicht werd in december 1909, na ruim een jaar discussies, dan toch als een compromis door het parlement goedgekeurd. Voortaan zou één zoon per gezin worden opgeroepen voor een ingekorte legerdienst van 15 maanden (bij de infanterie). Het was een bijzonder lastige bevalling en de katholieke regering Schollaert dankte de goedkeuring van de wet uiteindelijk aan de stemmen van de liberale en socialistische oppositie, terwijl de katholieke conservatieve rechterzijde had tegengestemd. De algemene dienstplicht zou in 1913 volgen.

In het kader van de parlementaire debatten rond de militiewet zien we Minister van Oorlog, generaal Joseph Hellebaut, en Eerste Minister Frans Schollaert, evenals de liberalen Paul Janson, Paul Hymans, Louis Huysmans, Xavier Neujean en Georges Lorand in volle discussie. Ook de jurist Edmond Picard, leider van de nationalistische Jeune Barreau, wordt als redenaar uitgebeeld.

Een aantal parlementairen worden in groep getoond, zoals Kamervoorzitter Gerard Cooreman, Henri Carton de Wiart en Georges Delbastée die een hoofdelijke stemming leiden. De katholieke boegbeelden Charles Woeste, Joris Helleputte, Auguste Delbeke, August Beernaert en Julien Davignon worden bij de voorbereiding van een interpellatie uitgebeeld.

“Ceux d’ici” werd recent gedigitaliseerd en ontsloten via de Atlantis beeldbank.

Meer informatie betreffende de militiewetgeving in België vindt men in: Nel de Mûelenaere, Belgen, zijt gij ten strijde gereed? Militarisering in een neutrale natie, 1890-1914. Leuven, 2019