Menu
Boerenkrijg in context: colloquium
Activiteit
maandag 16 oktober 2023
Geschreven door: Peter Laroy

Zaterdag 7 oktober 2023 daagden in St.-Niklaas ongeveer 100 geïnteresseerden op voor een colloquium dat het in het teken stond van de Boerenkrijg (1798). Het is sinds 1998 (tweehonderdste verjaardag) geleden dat een grote herdenking van de Boerenkrijg plaatsvond. Peter Laroy (directeur Liberas) leidde als dagvoorzitter de sprekers telkens in en leverde enkele slotconclusies.

1. Historisch onderzoek en nieuwe benaderingen vanuit andere disciplines uit de voorbije decennia bieden ongetwijfeld nieuwe invalshoeken. Maar het is zeker nog altijd interessant om deze opstand in de Zuidelijke Nederlanden tegen de toenmalige Franse bezetter te bekijken in het brede internationale plaatje, onderdeel van het traditionele spel van de Europese grootmachten. Zo werd door enkele sprekers gewezen op de rol van de Engelsen in hun strijd tegen de Fransen. De Boerenkrijg was verder geen geïsoleerd gegeven, ook op andere plaatsen in Europa deden zich gelijkaardige gebeurtenissen voor, al dan niet gevoed door dezelfde principes of ongenoegens.

2. Vergelijking is in het verleden wel al eens gemaakt met de onrust in de Vendée-regio in Frankrijk. Naast grote verschillen (in de Vendée broeide het enkele jaren (1793-1799), de Boerenkrijg duurde amper twee maanden (oktober-november 1798) en er waren ook wel wat andere motieven in het spel) zijn er ook flink wat gelijkenissen (antiklerikalisme en gedwongen dienstplicht). Het verdient zeker aandacht om dit alles in een nog breder vergelijkend kader mee te nemen (bijvoorbeeld de Klöppelkrieg in Luxemburg).

3. Nieuwe invalshoeken werken verrijkend. Een meer individuele en/of kwantitatieve benadering van bijvoorbeeld criminele bronnen geeft misschien meer inzicht in motieven van Boerenkrijg en soortgelijke opstanden. Het zijn soms kleine oorzaken die leiden tot grote gevolgen. Op het colloquium wezen twee sprekers op de invloed van smokkelen of op de centrale rol van herbergen. Een uitstap naar de these van Eric Hobsbawm over sociaal banditisme biedt misschien ook inspiratie voor dit thema.

4. Opvallend was het pleidooi om nog intensiever de periode onmiddellijk voor en na de Boerenkrijg te bestuderen, zeker op het vlak van ideeëngeschiedenis of het lot van individuen. Het is geweten dat op lokaal vlak bepaalde figuren de opeenvolgende regimewissels en veranderende contexten vrij vlot verteerden. Zij pasten zich aan de nieuwe realiteiten vlot aan en de vraag stelt zich in welke mate de onvrede die leidde tot de Boerenkrijg hierin past.

5. Ondanks het vele geleverde werk verdienen de bronnen terug de nodige aandacht. Nieuwe bronnen zijn ontsloten langs digitale weg. De presentatie van al dit materiaal kan vlotter dan voorheen waardoor misschien nieuwe inzichten mogelijk zijn. (Misschien zijn er ook kansen via de digital humanities-benadering?). Bestaande en gekende bronnen die op het eerste gezicht niets te maken hebben met de Boerenkrijg zelf leveren eventueel ook informatie op. De culturele archieven in Vlaanderen kunnen daar een rol van betekenis in spelen.

6. Niet overal waren de Fransen de slechteriken, zoals de populaire beeldvorming soms doet geloven. Op een aantal plaatsen of door bepaalde groepen werden zij ontvangen als bevrijders (cases uit Ierland en Nederland werden op het colloquium behandeld). Het is mogelijk om dit ook voor de streken waar de Boerenkrijg plaatsvond eens te bekijken.

7. Na 1998 verslapte de interesse voor het thema Boerenkrijg. Een aangevulde en geactualiseerde bibliografie over het thema dringt zich op. De publicatie die uit het colloquium voortvloeit zal hieraan wel deels tegemoetkomen. Intussen zijn er ook nieuwe presentatiemogelijkheden langs digitale weg. Het in kaart brengen van standbeelden, herdenkingen en gebeurtenissen levert misschien verrassende resultaten op die tot op heden niet zijn gezien (cf. smokkelstreken en relatie Boerenkrijg).

Het colloquium De Boerenkrijg in context was een organisatie van Davidsfonds Cultuurregio Waasland, Erfgoedcel Waasland en Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas. De culturele archieven Liberas, ADVN en KADOC verleenden hun medewerking net als enkele academici. De publicatie van een bundel met de referaten is voorzien voor 2024.