Menu
‘Een zeer ernstig incident’
Collectie
woensdag 15 maart 2023
Geschreven door: Sébastien Baudart

Het parlement is de plek bij uitstek waar men op een beschaafde manier van mening verschilt. Regelmatig hoort daar theater bij en soms … loopt het uit de hand. Zoals op die dag in december 1947, toen een kemphaan uit Oostende en een ‘Leeuw van Waterloo’ hun zelfbeheersing verloren.

Het is met volgelopen publiekstribunes, talrijk opgekomen journalisten en extra aandacht van de ordediensten dat de zitting van de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 10 december 1947 om 14u van start gaat. Op het programma staat namelijk een interpellatie over de koningskwestie door Max Buset, socialistisch volksvertegenwoordiger én partijvoorzitter. Zijn doel is, zo verklaart hij, uitleg te krijgen over de stand van zaken, het standpunt van de socialistische fractie uiteen te zetten én na te gaan of de regeringsverklaring, waarin het streven naar een oplossing opgenomen was, gevolgd wordt. Het is allemaal heel complex, vooral omdat de rooms-rode coalitiepartners van de regering-Spaak III het over de koningskwestie totaal niet eens zijn. De liberale oppositie van haar kant vindt dat de regeringspartijen het probleem in eerste instantie onder elkaar moeten oplossen.

Het Laatste Nieuws, 11 december 1947, p. 4 (detail).

Een oplossing is nog niet in zicht, verklaart de socialistische premier Paul Henri-Spaak tijdens de zitting, maar het voortzetten en de stabiliteit van de CVP/PSC-BSP/PSB-regering zijn wel belangrijk. En dat is op dit moment bijzonder moeilijk. Aan beide kanten is er een gebrek aan vertrouwen, aan beide kanten klinken provocatieve verklaringen, ook tijdens de zitting, die nogal woelig verloopt. Zo verbindt Buset de steun van de socialisten aan het door de CVP/PSC gewenste vrouwenstemrecht aan rust in verband met de koningskwestie. Tot ongenoegen van Spaak, die graag zijn regering wil redden. Of is de hele vertoning maar politiek theater, zoals de liberale kranten De Nieuwe Gazet en La Flandre Libérale betogen?

Alleszins: als gevolg van de verklaring van Buset over het vrouwenstemrecht ontstaat er tumult. Spaak, die opnieuw het woord heeft genomen, grapt richting de liberalen, maar wordt snel onderbroken, onder andere door de Oostendse liberaal Adolphe Van Glabbeke, die het ‘manoeuvre’ van Buset een ‘onhandigheid’ noemt. En terwijl Kamervoorzitter Frans Van Cauwelaert vraagt om te stoppen met al die onderbrekingen, loopt het mis. Van Glabbeke is in een heftige discussie beland met zijn buur op de parlementaire banken: Jules Descampe, PSC/CVP-volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Nijvel. Van Glabbeke zou, volgens wat La Libre Belgique over een andere vergadering rapporteert, de link gelegd hebben tussen de stemmen van incivieken, die de christendemocraten proberen aan te trekken, en het vrouwenstemrecht, dat ze graag gerealiseerd willen zien: of ze nog niet genoeg hebben aan de stemmen van de incivieken, dat ze ook de stemmen van de vrouwen willen?1

Er komt geduw aan te pas. De uitspraken hebben de Parlementaire Handelingen niet gehaald, maar journalisten2 rapporteren uit de mond van Van Glabbeke onder andere ‘Vous n’êtes qu’un parti d’inciviques’ / ’Gij zijt een partij van incivieken’, ‘Vous êtes un salaud’, ‘Répétez, répétez donc ce que vous avez dit’ / ‘Herhaal, herhaal wat gij hebt gezegd’ en ‘insolent’ / ‘onbeschofterik’. Uit de mond van Descampe vermelden ze ‘Vous n’êtes qu’un petit homme’ / ‘Gij zijt een klein mens’ en, nadat Van Glabbeke hem een lafaard noemde, ‘et vous de même’. De Henegouwse liberaal Fernand Masquelier, die achter Van Glabbeke zit, probeert de Oostendenaar te kalmeren. Vanop de regeringsbanken draaien ook ministers Achille Van Acker en Oscar Behogne zich om voor een oproep tot kalmte. Allemaal met weinig resultaat. Meer nog: het blijft niet bij woorden, er vallen klappen. De drieënveertigjarige Van Glabbeke, eerder klein van gestalte, maar bekend om zijn hevig, impulsief en licht ontvlambaar karakter, geeft zijn tegenstander een kaakslag. Hij blijft Descampe ook uitschelden, terwijl zijn liberale collega Joseph Pierco hem tegenhoudt om nog verdere slagen uit te delen. De zesendertigjarige Descampe, groot en zwaargebouwd en in zijn thuisbasis ook wel de ‘Leeuw van Waterloo’ genoemd, slaat met zijn rechtervuist zo hard terug dat Van Glabbeke uit zijn mond en neus bloedt.

De volgende dag leest men in de krant als onderdeel van het ernstige parlementaire nieuws omschrijvingen3 als ‘De twee vechters vliegen op elkaar los’, ‘De grote [Ernest] Demuyter (lib.) komt zijn kleine partijgenoot ter hulp en er ontstaat een herrie van belang’, ‘talrijke volksvertegenwoordigers verlaten hun plaats … om het vervolg te zien’ en ‘Demuyter wordt door vier man in bedwang gehouden terwijl hij niet ophoudt van roepen en tieren.’ Uiteindelijk slagen politici en Kamerpersoneel erin om de vechtjassen uit elkaar te halen. Kamervoorzitter Frans Van Cauwelaert laat de bel klinken, schorst de zitting en laat de publiekstribunes evacueren. Een sfeer van spanning en onrust overheerst. De zitting hervat na een half uur pauze, maar zonder Van Glabbeke en Descampe, aan wie Van Cauwelaert gevraagd heeft om zich voorlopig niet meer te laten zien. Vóór het hernemen van de eigenlijke zitting drukt de Kamervoorzitter zijn spijt en afkeuring uit over deze eerste parlementaire vechtpartij sinds de bevrijding van het land. En vanop alle banken krijgt hij de handen op elkaar wanneer hij de hoop uitdrukt dat de Kamerleden zullen meewerken om de debatten in de toekomst op een waardige en gematigde manier te laten verlopen. Premier Spaak mag vervolgens zijn uiteenzetting hernemen en beëindigen. Hij vraagt aan de Kamer het vertrouwen in de regering, een vertrouwen dat met 152 stemmen (socialisten en christendemocraten) tegen 32 (liberalen en communisten) goedgekeurd wordt. Tot slot raken ook nog diverse wetsvoorstellen en -ontwerpen gestemd.

‘Une altercation se produit entre M. Van Glabbeke et son voisin, M. Descampe. M. Van Glabbeke gifle M. Descampe, qui riposte. M. Masquelier veut s’interposer; plusieurs membres accourent de divers côtés, les huissiers s’interposent, M. le président agite la sonnette et suspend la séance […]’

Uit de Parlementaire Handelingen, zitting van de Kamer op 10 december 1947

De parlementaire gevolgen van het incident zijn voor Van Glabbeke en Descampe vrij beperkt. Na een mislukte verzoeningspoging schorst voorzitter Van Cauwelaert beide volksvertegenwoordigers voor tien zittingen, waarna ze hun plaats opnieuw zouden kunnen innemen. Op 13 januari leest Van Cauwelaert aan de Kamerleden brieven voor die Van Glabbeke en Descampe hem eind december bezorgd hebben. Daarin bieden ze allebei hun excuses aan, al doen ze dat op hun eigen manier: Descampe zegt niet gewelddadig te zijn en enkel op een ‘natuurlijke’ manier gereageerd te hebben, Van Glabbeke wil toch graag benadrukken dat zijn eer getroffen was door een zeer ernstige en gemene belediging en dat hij ‘heeft gehoorzaamd aan een reflex onder invloed van een dwang waaraan hij echt niet had kunnen weerstaan’4. Een omschrijving die gelach op vele banken uitlokt. Het klinkt alleszins al heel wat zachter dan de uitleg die twee dagen na de feiten verscheen in In De Kustbode, het liberale ‘Weekblad voor Oostende en omliggende’ waarvoor Van Glabbeke elke week een hoofdartikel schrijft. Daarin bleek het niet om onweerstaanbare dwang te gaan, maar om een terechte reactie op de door Descampe geuite beledigingen. Voor de Kamervoorzitter volstaan de schriftelijke excuses van beide vechtjassen: hij heft de getroffen sancties op en beschouwt hij het incident als gesloten.

Van Glabbeke versus de ‘Cevepist’ of waarom ‘het gevaarlijk is een liberale volksvertegenwoordiger aan te vallen’, gekleurd verslag van de feiten in het liberale weekblad De Kustbode, jg. 2, nr. 47 (12 december 1947), p. 1.

Descampe duikt een dag later, op 14 januari, al opnieuw in de Kamer op. Uit voorzorg wordt de verdeling van de banken wat aangepast zodat hij en Van Glabbeke niet meer naast elkaar zitten. Op deze laatste is het veel langer wachten: het duurt tot midden april 1948 voor hij weer in de Kamer opduikt. Ondertussen is het incident een eigen leven gaan leiden, tijdens zittingen in de Kamer worden er nog een hele tijd allusies op gemaakt. En in de (voornamelijk Vlaamse) katholieke kranten is het incident een ideale stok om hun gebeten hond Adolphe Van Glabbeke nog verder te slaan, hij die er al zeer negatief wordt afgeschilderd als gevolg van onder andere zijn voormalige rol als minister in het naoorlogse repressiebeleid. De ‘groot epurateur’5 wordt nu – ook met hulp van cartoonisten Pil en Marc Sleen – ‘specialist in epuratie en bokserijen’6.

‘Pouvons-nous rire?’, vraagt volksvertegenwoordiger Charles Janssens na een grap van premier Spaak over zijn relatie tot de liberale oppositie. Spaak antwoordt: ‘M. Van Glabbeke n’étant pas là, vous pouvez rire’, met parlementair gelach als gevolg. Uit de Parlementaire Handelingen, zitting van de Kamer op 17 december 1947, een week na de vechtpartij

Maar er is ook een ‘goede’ kant aan het incident. Om het vertrouwen in de regering zonder ongelukken gestemd te krijgen, komt de vechtpartij als geroepen. Al tijdens de ontruiming van de tribunes hoort een journalist van de communistische krant De Rode Vaan een liberale collega zeggen: ‘ziedaar een vuistslag die de regering zal redden.’7 De katholieke kranten Het Handelsblad en Het Nieuws van den Dag maken er de dag na de feiten zelfs een kop8 op de voorpagina van: ‘Van Glabbeke redde de regering!! / Met een oorvijg!’ bij de ene,  ‘Van Glabbeke redt de Regering met een vuistslag’ bij de andere. Zonder allemaal zover te gaan om de Oostendse liberaal uit te roepen tot redder van de rooms-rode regering, zijn de meeste journalisten het er wel over eens dat de schorsing van de zitting aan zowel de regering als de parlementsleden de tijd bood om te kalmeren, de zaken rustig te overdenken en de plooien binnen de meerderheid glad te strijken. De ‘sinaasappelschil’9 – dixit de krant La Nation Belge – die Buset onder de regering legde, werd vakkundig opgeruimd. De rooms-rode regering-Spaak III kan (voorlopig) weer verder en realiseert  het vrouwenstemrecht in juli 1948. De koningskwestie krijgen Spaak en zijn regering echter, ondanks een tijdelijk voorzichtigere houding van de CVP/PSC, niet opgelost.


Voetnoten

1. ‘N’avez vous pas encore assez avec le vote des inciviques que vous voulez encore le vote des femmes?’ (La Libre Belgique, 16 december 1947: 2).

2. Le Courrier de l’Escaut, 14 december 1947: 1, De Nieuwe Gids, 13 december 1947: 2, De Standaard, 11 december 1947: 4, Le Soir, 11 december 1947: 3, De Nieuwe Gazet, 11 december 1947: 2, La Nation Belge, 12 december 1947: 3, De Nieuwe Gazet, 11 december 1947: 2, Le Courrier de l’Escaut, 14 december 1947: 1, De Nieuwe Gids, 13 december 1947:

3. Het Volk, 11 december 1947: 4, De Standaard, 11 december 1947: 4.

4. ‘Je tiens toutefois à préciser que c’est au moment même où j’ai été atteint directement dans mon honneur par une injure particulièrement grave et méchante que j’ai obéi à un réflexe sous l’empire d’une force à laquelle je n’aurais vraiment pas pu résister’. (Geciteerd in de Parlementaire Handelingen en diverse kranten).

5. De Standaard, 12 december 1947: 1.

6. Gazet van Antwerpen, 4 maart 1948: 2.

7. De Rode Vaan, 11 december 1947: 1.

8. Het Handelsblad, 11 december 1947: 1, Het Nieuws van den Dag, 11 december 1947: 1.

9. La Nation Belge, 12 december 1947: 3.

Bronnen

Parlementaire Handelingen, Kamer van Volksvertegenwoordigers, vergaderingen van 10 december 1947, 17 december 1947 en 13 januari 1948.

Pourquoi Pas?, 37, nr. 1516 (19 december 1947): 3339-3343.

De Kustbode, 2, nr. 47 (12 december 1947): 1.

‘L’ultime savonnée … ou la fin du Parti Libéral’, in: Europe Amérique, 18 mei 1950 (nr. 257): 3.

Le Soir, 11 december 1947: 3, 12 december 1947: 3, 13 december 1947: 1, 18 december 1947: 1, 14 januari 1948: 3, 21 januari 1949: 4.

Het Laatste Nieuws, 11 december 1947: 1 & 4, 12 december 1947: 3, 13 december 1947: 3.

La Dernière Heure, 12 december 1947: 1 & 3, 18 december 1947: 3.

La Flandre Libérale, 11 december 1947: 1, 12 december 1947: 1-2.

De Nieuwe Gazet, 11 december 1947: 1-2, 12 december 1947: 1.

Het Volk, 11 december 1947: 1 & 4, 16 april 1948: 4.

De Rode Vaan, 11 december 1947: 1 & 6.

Vooruit, 11 december 1947: 3, 17 december 1947: 2.

Gazet van Antwerpen, 11 december 1947: 2, 12 december 1947: 4, 17 december 1947: 2, 14 januari 1948: 2, 15 januari 1948: 2, 4 maart 1948: 2, 21 januari 1949: 2.

La Nation Belge, 12 december 1947: 3, 13 december 1947: 1 & 3, 17 december 1947: 3, 15 januari 1948: 3.

De Nieuwe Gids, 11 december 1947: 2, 12 december 1947: 1-2, 13 december 1947: 2, 18 december 1947: 2, 14 januari 1948: 2, 16 april 1948: 2, 21 januari 1949: 2, 18 januari 1950: 2.

De Standaard, 11 december 1947: 2 & 4, 12 december 1947: 1, 2 & 5, 15 december 1947: 2, 17 december 1947: 1.

Het Handelsblad, 11 december 1947: 1 & 4, 17 december 1947: 2.

Le Peuple, 12 december 1947: 2, 17 december 1947: 2.

Vers l’Avenir, 12 december 1947: 1-2, 21 december 1947: 2.

Het Nieuws van den Dag, 11 december 1947: 1 & 3, 12 december 1947: 2-3, 13 december 1947: 1, 17 december 1947: 3, 21 april 1948: 2, 21 januari 1949: 2.

La Libre Belgique, 11 december 1947: 1 & 2, 12 december 1947: 2, 13 december 1947: 1, 16 december 1947: 2, 17 december 1947: 2, 14 januari 1948: 2.

Indépendance, Le Quotidien de Charleroi, 20 april 1948: 1.

Le Courrier de l’Escaut, 14 december 1947: 1.

Journal de Charleroi, 23 januari 1948: 1.

L’Avenir du Luxembourg, 11 december 1947: 2, 12 december 1947: 1-2, 13 december 1947: 2, 17 december 1947: 2.

Gaston Eyskens en Jozef Smits, Gaston Eyskens: de memoires (Tielt: Lannoo, 1993) 224-225.

Pierre Stéphany, Les dessous de la régence 1944-1950 (Bruxelles: Racine, 2003) 335-336.

Paul Van Molle, Het Belgisch parlement 1894-1969 (Gent: Erasmus, 1969) 109.

Theo Luykx en Marc Platel, Politieke geschiedenis van België (Antwerpen: Kluwer, 1985) 447-448.

Sébastien Baudart, ‘Zestien liberalen op drift’, in: Liberas Stories [in voorbereiding].

De titel ‘Een zeer ernstig incident’ is een subtitel uit De Nieuwe Gazet, 11 december 1947: 2.